Meer merels?

Meer merels?

Deze foto van een jonge merel die ik tegenkwam op een van mijn wandelingen was de aanleiding voor dit artikel. Deze soort maakte een paar jaar geleden ook een virus-aanval door. Daar was natuurlijk geen sprake van lock-downs, mondmaskers, beademing op intensieve of dagelijkse persconferenties. Voor onze merels was het leven of sterven. Jammer genoeg meestal de tweede optie. Er werd zelfs gevreesd dat deze bekende tuinvogel op het punt stond om te verdwijnen uit onze tuinen door het Usutu-virus. Gelukkig was deze vrees onterecht. Zelf heb ik de indruk dat er opnieuw meer merels zitten. In mijn tuin kon ik alvast drie verschillende broedparen tellen. Is er een herstel? Hoe zit het nu met onze merels?

2016

Het virus werd in 2016 voor het eerst opgemerkt in Limburg en Antwerpen. Het jaar erna was vooral Oost-Vlaanderen aan de beurt om nadien heel Vlaanderen te overspoelen. Vooral merels bleken erg gevoelig voor dit virus. Maar ze waren niet de enige soort die er aan stierf. In Duitsland werden 87 soorten uit 14 familiegroepen geregistreerd. Uilen en huismussen bleken ook erg gevoelig te zijn.
Het Usutuvirus is vernoemd naar de Usutu-rivier in Swaziland Afrika. Het wordt door muggen overgedragen. Vermoedelijk is het virus via trekvogels naar Europa overgebracht, waar het in 2001 voor het eerst opdook in Oostenrijk. Vanuit daar verspreidde het zich over Europa. Maar voorlopig is er geen sluitend bewijs hoe het bij ons ooit terecht kwam. Wel was heel snel duidelijk dat voor heel wat vogelsoorten het een zeer dodelijk en gevaarlijk virus was. Daarom werd er dan ook na een tijd opgeroepen om dode merels die vermoedelijk het virus hadden te melden. Zo kregen we toch een beetje een beeld van het verloop en de verspreiding van dit vieze beestje.

Als we deze grafiek van de tellingen die voor Vlaanderen binnenkwamen bekijken zien we in de cijfers van 2016 twee dingen die er duidelijk op wijzen dat onze merels een stevige klap kregen dankzij het Usutu-virus. De rode stippellijn laat zien dat er in dat jaar een grote piek is van gemelde dode merels. Ook zien we – de groene balkjes – dat het aantal ingegeven lijstjes met een merel er bij niet echt een dip maakt. In 2107 zien we vanaf halfweg het jaar echter in het aantal lijstjes wel een stevige terugval. Een teken dat de merels dat jaar helemaal niet hersteld waren van hun terugval. In het aantal dode merels zien we daar ook een piek, maar die is al iets minder hoog en valt ook duidelijk later. (Bron Natuurpunt)

 

 

Gaan we dan even kijken bij onze noorderburen dan zien we dat in 2016 de piek daar duidelijk later ligt. En in 2017 is er zelfs van een echte piek geen sprake meer. Terwijl we in 2018 toch durven spreken van een kleine piek in week 33 en 34. Hier ook cijfers van 2019 waar het aantal gemelde dode merels verwaarloosbaar is geworden. (Bron SOVON)

Maar deze cijfers zijn natuurlijk niet echt sluitend. Aangezien er heel veel variaties op zitten. Zo kan het zijn dat door het wegvallen van nieuws over het Usutu-virus ook de belangstelling bij het publiek om dode merels te melden sterk gedaald is. Iets wat bij ‘ons mensen’ wel meer voorkomt.

Herstel?

Maar hoe zit het nu bij onze merels? Hebben ze deze crisis overleeft en zitten er opnieuw evenveel merels als voor rampjaar 2016?
Een moeilijk te beantwoorden vraag. Laten we er nog eens een grafiekje bijhalen. Deze keer het aantal waarnemingen en waargenomen merels per jaar. (Bron waarnemingen.be)

Dan zien we dat het aantal waarnemingen in 2016, 2017,2018 en 2019 gelijk blijft. Maar als je dan naar het aantal waarnemers kijkt – de groene lijn beneden – dan zien we dat die elk jaar stijgen. Je ziet zelfs, als je goed kijkt, dat er in 2017 een soort knik zit. Het effect van de oproep in de media om dode merels te melden, zonder twijfel. Dus als het aantal waarnemers stijgt, zou ook het aantal waargenomen merels moeten stijgen. Wat dus zeker niet het geval was tussen 2016 en 2019. Conclusie is dat er in die jaren merkelijk minder merels waren en dat het Usutu-virus hier voor een groot stuk tussen zit. Maar we hebben dan nog steeds geen antwoord op de vraag: ‘Is er een herstel?’. Want de cijfers van 2020 zijn natuurlijk niet volledig. Dus probeerde ik een ander grafiekje te maken.

Voorzichtig

Dit zijn de cijfers van de waarnemingen van merels voor enkel de maand april. Dan zien we een stevige stijging in 2020. Maar ook het aantal waarnemers is flink gestegen. Dit is – volgens mij – een gevolg van de media-actie rond het gebruik van ObsIdentify gevoerd door Natuurpunt in kader van de ‘Blijf-in-uw-kot’ en kijk in uw eigen tuin oproep. Het aantal waarnemingen van merels krijgt daardoor ook een stevige boost. Het gaat namelijk om een soort die bijna iedereen kent en dus vaak zal worden ingegeven. Het is dan ook nog eens een soort die in tuinen rondscharrelt, dus de kans om ze te zien is ook nog eens heel groot. Voor dezelfde grafiek, maar dan van de maand maart zien we ook een stevige stijging voor 2020. Maar voor januari en februari is er dan weer een daling. Dus komen we nog niet veel verder.
Daarom doe ik een poging om de cijfers juister te interpreteren. Als ik nu eens bekijk hoeveel merels er gemiddeld per waarnemer werden doorgegeven? En dit voor de periode die we met dit jaar kunnen vergelijken, dus van januari tot en met april. Dan krijg je volgende grafiek.

Dan zien we dat van 2010 tot 2017 dit vrij stabiel blijft met een terugval in 2014. Het feit dat de terugval – die we in de eerste grafiek van Natuurpunt – zien in 2017 ontbreekt is, volgens mij, te verklaren doordat die terugval pas later op het jaar komt. In 2018 zien we dan, in deze grafiek, voor het eerst het effect van het Usutu-virus. Merkelijk minder merels per waarnemer (van meer dan 13 naar net boven 10). In 2019 blijven die cijfers zo laag. Maar ook dit jaar zien we nog geen stijging. Hoewel mijn analyse door elke echte wetenschapper met een grote glimlacht – op basis van mijn amateuristische aanpak – zal onthaald worden, durf ik toch een voorzichtige conclusie te trekken. De populatie merels is in Vlaanderen nog niet hersteld van de klap die het Usutu-virus hen toebracht. Integendeel. Zelfs een stevige stijging van het aantal waarnemers, die normaal zou leiden naar meer waarnemingen van deze soort, levert alsnog een kleiner aantal merels per waarnemer op. Mijn gevoel dat er opnieuw meer merels zijn lijkt dus helemaal niet te kloppen. Jammer, maar helaas.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published.