Opmerkelijke waarnemingen van 20 tem 26/7/2020

Opmerkelijke waarnemingen van 20 tem 26/7/2020

Met graszanger, snor en kwak zijn er afgelopen week 3 nieuwkomers van formaat waargenomen.  Voor de fruitstreek is de graszanger zelfs een nieuwe soort.
De graszanger werd afgelopen dinsdag opgemerkt door Jan Van den Bussche die op wandeling was in de Mombeekvallei van Gors-Opleeuw.  Jan kreeg hem toen niet te zien, maar kon wel de typische zang beoordelen.  De dag erna werd deze graszanger door verschillende andere waarnemers bevestigd.  Een nieuwe soort erbij dus en dit brengt het totaal op 246 verschillende vogelsoorten.   De graszanger is een kleine compacte zangvogel van 10-11 cm groot.    Het verenkleed is zandkleurig met een gestreepte mantel en kruin.  Aan het uiteinde van de staart bevinden zich zwart-witte stippen en ook opvallend is hun roestbruine stuit.  Ze houden er een verborgen leefwijze op na, maar zijn goed te herkennen aan de zang, een constant herhaald ” tziep “-geluid dat ze vooral tijdens een zangvlucht laten horen.  Graszangers hebben als broedbiotoop een voorkeur voor vlak en droog terrein, liefst zonder bomen maar met hoge grassoorten. Ook broeden ze in graanvelden. Het mannetje bouwt in de begroeiing een peervormig nest met een kleine opening aan de bovenkant. Meestal zijn er twee broedsels, in goede jaren soms zelfs drie.  Graszangers zijn standvogels, maar bij veranderingen in weer of habitat, zoals bij koude of maaien, verplaatsen zij zich al snel.  De drie bijhorende mooie foto’s zijn het werk van André Gaens.

Tweede nieuwkomer is de snor.  Dit zeer zeldzaam vogeltje werd op vrijdag geringd door Dirk Ottenburghs.   De snor is 13,5 tot 15 cm lang.  Het is een broedvogel in dichtbegroeide oevers van meren, moerassen en kreken, die zijn nest bouwt in overjarig riet of kruidachtige vegetaties die in het water groeien. Het voedsel bestaat uit kleine ongewervelden, die uit de vegetatie of van de grond worden gepikt. Snorren zijn trekvogels en brengen de winter door ten zuid(oost)en van de Sahara. De snor dankt zijn naam aan de snorrende zang, het geluid lijkt op een laag zacht kookwekkertje.  Dit ‘KBVke’ (klein bruin vogeltje) is  bovenaan overwegend egaal donkerbruin en heeft een onderaan een vuilwit verenkleed.  De snor trekt uiterlijk heel sterk op de kleine karekiet maar gelukkig is de zang heel anders.  Ook kenmerkend: zijn volle, afgeronde staart, zijn sterk gekromde vleugels en zijn lange onderstaartdekveren. Er is geen verschil tussen het mannetje en vrouwtje.  Bijhorende mooie foto’s zijn van Dirk.

Last but not least is de kwak.  Woensdagavond werd er een overvliegend exemplaar geregistreerd door André Vanmarsenille te Velm.  Deze gedrongen kleine reiger heeft een grijze borst en vleugels, zwarte kruin, nek, rug en mantel, en wit gezicht met markant rood oog.   Tevens een dikke zwarte snavel en in prachtkleed met twee witte dunne sierveren vanaf de nek.  Jonge vogels hebben een gele snavel, bruine bovendelen met witte druppels en lichtbruine onderdelen met donkerbruine vlekken.  De reigers foerageren vooral ’s nachts. Hoewel kwakken op het eerste gezicht opvallende vogels lijken, valt het zeker niet mee ze op te merken door hun nachtelijke en verborgen levenswijze.  Foto door Dirk Ottenburghs gemaakt in februari 2017 te Halmaal.

 

Verder nog enkele fotogenieke blikvangers van de week:
* Dodaars (Stefan Nimmegeers)

* Witgat (Stefan Nimmegeers)

* Kleine karekiet (Chris Hayen)

* Winterkoning (Lucas Bollingh)

* Roodborst (Carine Richerzhagen)

* Zomertortel (Paul Matthys)

* Groene specht (Paul Matthys)

* Wielewalen (David Yekutiel)

* Ijsvogel (Stefan Nimmegeers)

* Buizerd (André Gaens)

* Blauwe reiger (Stefan Nimmegeers)

* Grote gele kwikstaart (Stefan Nimmegeers)

Groeten en tot volgende week,
Carlo Menten.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published.